Handel: voorlopig akkoord over meer wederkerigheid bij toegang tot internationale overheidsopdrachten

Het voorzitterschap van de Raad en het Europees Parlement hebben een voorlopig akkoord bereikt over een ontwerp­verordening die wederkerigheid bij de toegang tot internationale overheids­opdrachten stimuleert. Beide instellingen moeten nog groen licht geven voordat de verordening formeel kan worden aangenomen.

Het gaat om een belangrijke stap voor EU-bedrijven: zij krijgen toegang tot de markten voor overheidsopdrachten van derde landen en er wordt een gelijk speelveld gewaarborgd. Volgens de Commissie zijn overheids­opdrachten goed voor 15 à 20% van het mondiale bbp.

Franck Riester, Frans minister toegevoegd aan de Franse minister van Europa en Buitenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel en Attractiviteit

Momenteel staan de Europese markten grotendeels open voor ondernemingen uit derde landen, terwijl Europese ondernemingen er niet altijd wederkerige toegang hebben. Dit nieuwe Europese instrument biedt de EU een hefboom om die onevenwichtigheid te corrigeren en onze bedrijven te beschermen tegen deze discriminerende praktijken. Het evenwichtige akkoord dat vandaag is bereikt, vormt een historische stap bij de uitvoering van een open, duurzaam en assertief handelsbeleid.

Franck Riester, Frans minister toegevoegd aan de Franse minister van Europa en Buitenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel en Attractiviteit

Een nieuwe hefboom voor het Europese handelsbeleid

Het instrument is een hefboom voor onderhandelingen: derde landen zullen worden gestimuleerd om hun markten voor overheidsopdrachten niet langer gesloten te houden. Wanneer de Commissie een onderzoek verricht, zal zij daarom met het betrokken derde land in overleg treden om zich ervan te vergewissen dat Europese ondernemingen toegang hebben tot de overheidsopdrachten van het land. Als na een transparant onderzoek blijkt dat er geen sprake is van open toegang, zal de EU op haar beurt maatregelen kunnen toepassen om de toegang van ondernemingen uit dat derde land tot de Europese markten te beperken.

Internationale overheids­opdrachten zijn goed voor 15 à 20% van het mondiale bbp.

IIO-maatregelen

Als de Commissie constateert dat er ernstige en terugkerende beperkingen zijn op de toegang van Europese ondernemingen tot de markten voor overheidsopdrachten van een derde land en dat deze belemmeringen na overleg met dat land blijven bestaan, kan zij tegenmaatregelen opleggen. Het kan daarbij gaan om de aftrek van strafpunten op de scores van inschrijvers uit dat land, dan wel volledige uitsluiting van de inschrijving.

IIO-maatregelen zijn alleen van toepassing op ondernemers, goederen en diensten uit derde landen die geen internationale overeenkomst met de EU inzake overheidsopdrachten hebben of waarvan de overeenkomst geen betrekking heeft op markttoegang voor dergelijke goederen of diensten. Voorts gelden zij alleen voor aanbestedingsprocedures met een geraamde waarde van minstens € 15 000 000 (excl. btw) voor werken en concessies, en van minstens € 5 000 000 (excl. btw) voor goederen en diensten.

De lidstaten zullen om vrijstelling van de IIO-maatregelen kunnen vragen voor een beperkte lijst van lokale aanbestedende diensten, en onder strikte voorwaarden.

Tot slot zal de Commissie, in het licht van de EU-doelstelling om duurzame groei in lage-inkomenslanden te bevorderen, geen onderzoek kunnen instellen naar de praktijken van "minst ontwikkelde landen" die profiteren van de "alles behalve wapens"-regeling.

Anti-ontwijkingsmaatregelen

Om omzeiling te voorkomen, kunnen aanvullende verplichtingen worden opgelegd aan geselecteerde inschrijvers in aanbestedings­procedures waarop een IIO-maatregel van toepassing is. Zo kunnen zij verplicht worden om niet meer dan 50% van de totale waarde van de opdracht uit te besteden aan ondernemers uit een derde land waarvoor een IIO-maatregel geldt.

Richtsnoeren en herziening van de verordening

De Commissie zal richtsnoeren publiceren om de aanbestedende autoriteiten van de lidstaten te helpen bij de toepassing van de verordening, en met name om de toepassing door kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken.

De Commissie zal ook het toepassings­gebied, de werking en de doeltreffendheid van de verordening regelmatig evalueren.

Achtergrond

Op 21 maart 2012 diende de Europese Commissie een eerste wetsvoorstel in, dat niet de nodige steun kreeg in de Raad. Op 29 januari 2016 nam de Europese Commissie een gewijzigd voorstel aan. Op basis daarvan kwam de Raad op 2 juni 2021 zijn onderhandelings­mandaat overeen, alvorens hierover contact op te nemen met het Europees Parlement.

Volgende stappen

Na bijwerking van de tekst op technisch niveau zal het Comité van permanente vertegenwoordigers bij de EU worden verzocht om het namens de Raad goed te keuren. Daarna zal aan het Parlement en de Raad worden gevraagd dat zij de voorgestelde verordening in eerste lezing aannemen.

 

wilt u meer weten over overheidsopdrachten?

 María Ruiz Nievas
Press officer
 +32 2 281 87 53
 +32 473 12 35 25
Bent u geen journalist? Gelieve uw verzoek naar de dienst Voorlichting te sturen.